Luchtvaartmaatschappij KLM was niet geïnformeerd over het feit dat er geavanceerde raketsystemen aanwezig waren in Oost-Oekraïne. Volgens president-directeur Camiel Eurlings wist het bedrijf ook niet dat enkele andere maatschappijen het gebied al enige tijd meden.
Dat zegt Eurlings in een interview met NRC Handelsblad.
Vorige week kwamen 298 mensen, onder wie 194 Nederlanders, om het leven toen een vliegtuig van Malaysia Airlines in Oost-Oekraïne werd neergeschoten. Sommige passagiers hadden hun ticket via KLM gekocht.
Uit onderzoek van NRC Handelsblad blijkt dat niemand in Nederland weet wie de luchtvaartmaatschappij had moeten waarschuwen. “Het was gewoon een veilig verklaarde route”, zegt Eurlings. “Het beeld was dat je op 10 kilometer hoogte veilig zou zijn, dat blijkt dus niet zo met dit soort gesofisticeerde raketinstallaties.”
‘Gevaar boven Oekraïne was duidelijk’
In de Verenigde Staten en in het Verenigde Koninkrijk waarschuwen luchtvaartautoriteiten hun luchtvaartmaatschappijen al sinds april voor de risico’s van vliegen boven dit gebied. Eind juni waarschuwde ook de NAVO hiervoor.
"Het was algemeen bekend dat een dozijn Oekraïense militaire vliegtuigen neergeschoten was in Oost-Oekraïne. Dus het gevaar was duidelijk'', aldus luitenant-kolonel Jay Janzen van de NAVO.
Volgens Janzen is het overbrengen van deze informatie aan luchtvaartmaatschappijen een verantwoordelijkheid van onder meer de nationale luchtvaartautoriteit. KLM zegt dat een vergelijkbare luchtvaartautoriteit is ondergebracht bij de Inspectie Leefomgeving en Transport. Die verwijst naar op haar beurt naar de inlichtingendiensten.
Paar landen op de hoogte van gevaar
Eerder deze week zei voorzitter Nico Voorbach van de European Cockpit Association, de Europese pilotenvereniging, dat een klein aantal landen wist van risico's van een raketaanval boven Oost-Oekraïne. Vluchtmaatschappijen uit de VS, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Australië hadden volgens Voorbach een waarschuwing gekregen dat als zij in dat gebied zouden komen, op welke hoogte dan ook "er een gevaar was dat er oorlogshandelingen tegen hun vliegtuigen gepleegd zouden worden''.
Volgens Voorbach wordt dit soort informatie structureel niet gedeeld met luchtvaarmaatschappijen uit andere landen. De ECA-voorzitter vindt dat schandalig. "Omdat je hier niet praat over inlichtingen of commerciële belangen, maar over mensenlevens", zegt Voorbach.
Slechts kwart vluchten omgeleid
Sinds 1 juli besloot Oekraïne om het luchtruim gedeeltelijk te sluiten. Vliegtuigen mochten niet onder 26.000 voet vliegen. Op 14 juli werd deze grens opgetrokken tot 32.000 voet.
Het overgrote deel van alle vluchten die normaliter over Oekraïne vliegen bleven dit doen ondanks een gedeeltelijke sluiting van het luchtruim boven het oosten van het land. Slechts een kwart van de vluchten werd omgeleid via een andere route.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl